Het verschil tussen een kleurenpalet en een kleurenpalet

In een kleurenpalet krijg ik toch mijn beste kleuren?

Dat zou je denken, maar toch is dat niet altijd wat je krijgt. Er zit nogal wat verschil tussen het ene kleurenpalet en het andere. Dat is op zich niet erg, want niet iedereen heeft dezelfde behoefte. Sommige klanten zoeken alleen wat bevestiging dat ze op het juiste spoor zitten. Maar ook dan…

Kleuradvies inwinnen kan op veel plaatsen tegenwoordig. Soms krijgen mensen kleuradvies van hun kapper, of zomaar even snel tijdens een workshop. Sommige adviseurs gebruiken een haarnetje bij de kleuranalyse. Ze houden geen rekening met de kleur van het haar.

Maar alleen vakspecialisten zullen in staat zijn om echt goed kleuradvies te geven.

Veel adviseurs in Nederland werken met een systeem met 4, 10 of 12 kleurgroepen. Hoewel bij deze kleuradviezen vaak over een “persoonlijk” kleuradvies wordt gesproken, is het kleurenpalet dat je meekrijgt een fabrieksproduct. Er zijn daadwerkelijk maar 4 of 10 of 12 verschillende kleurenpaletten.

1 – 4 Seizoenen

De indeling van kleurtypes in de 4 seizoenen is veelal wel bekend. Het is een indeling die zo rond 1980 gangbaar werd in ons land. De kleuren binnen een type komen als zodanig in de natuur voor in dat deel van het jaar.

Deze indeling geeft enig houvast, als je een ruwe indicatie wilt geven. Koele of warme kleuren?  Helder of eerder gedempt?

Het nadeel van deze indeling is, dat als je de mensheid in 4 groepen probeert in te delen, dat nooit erg precies is. Het unieke van de persoon gaat compleet verloren. De kleuren in het kleurenpalet geven je een globale indicatie.

2 – Meer kleurgroepen

Zo gingen er diverse kleurhuizen op zoek naar meer differentiatie, door het creëren van overgangstypes: “Zomer met een flow naar de lente”, of types als een “lichte” of “koele” zomer deden hun intrede. Met zo’n indeling is het mogelijk de kleurkeuze enigszins te nuanceren.

Het aantal verschillende kleurgroepen verschilt per kleurhuis: van 6 tot 78 heb ik ze gezien. Persoonlijker dus, maar nog steeds: “in het laboratorium” samengestelde kleurenpaletten. Dat betekent, dat er kleuren tussen zitten die geweldig zijn voor de persoon, maar ook kleuren die niet zo geweldig zijn. Immers, ze zijn gedacht bij een groep mensen die overeenkomsten hebben in kleuring, maar ook verschillen. Zelf gebruik ik een systeem met 10 kleurgroepen in mijn werk met groepen, en voor mijn digitale kleuranalyses.

Er zijn ook systemen waarbij de kleuren van huid, haar en ogen gecodeerd in de computer worden ingevoerd, zodat de juiste kleurfamilies in het palet komen. Dit levert vaak mooie paletten op, terwijl er ook verschillen in interpretatie optreden tussen degene die de analyse doet, en degene die het kleurenpalet samenstelt.

3 – Paletten die aangepast kunnen worden

Kun je paletten uit elkaar halen, en kleuren verwisselen, dan wordt een kleurenpalet echt persoonlijk. Dan kun je ze “customizen”. Niet zonder meer het rood, dat er in beginsel in zit, maar jouw beste rood. Niet zomaar neutralen, maar de neutrale kleuren die het best passen bij jouw huid, haar en/of ogen.

Zo’n manier van werken vind je niet vaak. Het verlangt meer inzicht in kleur om zelf te kunnen bepalen of een individuele kleur wel of niet bij iemand past. De adviseur heeft meer studie nodig om dit te kunnen. Zo’n kleurenpalet is vaak wat duurder. Ik werk al vele jaren met zo’n methode, met veel genoegen. Het is fijn om een palet te kunnen personaliseren. Ik train ook anderen om met op deze manier te werken.

Word je grijs, dan hoeven niet alle kleuren vervangen te worden. Ik kan het palet aanpassen aan de nieuwe situatie.

Lees ook deze Casestudy: Nieuwe kleuranalyse? Goed idee!